Energieconversiedagen
1996
12
en 13 december 1996
Brabanthallen,
Den Bosch
Een wereldomvattend elektriciteitsnet
Volgens de Amerikaan Peter Meisen, directeur van Global
Energy Network lnstitute (GENI) is een wereldwijd
elektrlciteitsnet een oplossing voor veel problemen.
Zo'n net brengt een koppeling tot stand met verafgelegen
duurzame energiebronnen, maar zorgt ook voor een verhoging
van de levensstandaard in zuidelijke landen. De wereldwijde
uitwisseling van elektriciteit beperkt het totale
opwekkings- vermogen en de uitstoot van broeikasgassen.
Peter Juljn
Videm Communicatie.
H
et
idee voor een wereldwijd elektriciteitsnet dat de diverse
regionale energiesystemen met elkaar verbindt, is afkomstig
van de Amerikaanse wetenschapper en futturoloog Richard
Buckminster Fuller. In de jaren zeventig lanceerde hij
de gedachte om tussen de verschillende continenten een
ultra-hoogspanningsnet aan te leggen. De haalbaarheid
van dit plan was toentertijd gering. Inmiddels zorgen
technologische ontwikkelingen van de laatste jaren ervoor
dat een dergelijk elektriciteitsnet praktisch uitvoerbaar
is. Onderzoek wijst bijvoorbeeld uit dat wisselstroom
bij een spanning van 750kV kan worden getransporteerd
over een afstand van circa 4000 kilometer.
De transmissieverliezen bedragen in dat geval ongeveer
20 %, wat volgens deskundigen acceptabel is als gebruik
wordt gemaakt van goedkope energiebronnen. Het transporteren
van gelijkstroom van ongeveer 1000kv is zelfs mogelijk
over een afstand van 7000 kilometer. Hoogspanningsnetten
die dergelijke afstanden kunnen overbruggen maken het
mogelijk elektriciteit uit te wisselen tussen bijvoorbeeld
noordelijke en zuidelijke landen. De kosten per kilometer
bedragen volgens Meisen ongeveer $625 000,-, afhankelijk
van het voltage, de keuze voor wissel- of gelijkstroom
en de terreinomstandigheden.
De Global Energy Network Institute (GENI) is
een non-profitorganisatic die zich bezighoudt
met onderzoek en educatie op het gebied van het
onderling verbinden van duurzame engergiebronnen
op mondiale schaal. Voorzitter en directeur van
GENI is Peter Meisen die is afgestudeerd in de
werktuigbouwkunde en technische wetenschappen.
Hij heeft GENI in 1986 opgericht. Meer informatie
is te verkrijgen via internet: http://www.geni.org
|
Duurzame energiebronnen
De mogelijkheden van elektriciteitsuitwisseling
zijn aantrekkelijk. In veel westerse landen is bijvoorbeeld
de in- en verkoop van energie door energiebedrijven
al heel gebruikelijk om pieken en dalen in de energievraag
op te vangen. Dit heeft als voordeel dat kan worden
volstaan met minder opwekkingsvermogen, wat leidt tot
een aanzienlijke kostenbesparing en een lagere prijs
voor consumenten. Uitwisseling op wereldschaal kan deze
voordelen alleen maar vergroten en ertoe bijdragen dat
de minst efficiënte, duurste en meest vervuilende
centrales kunnen worden gesleten. Bovendien is een voordeel
voor energieproducenten dat de afzetmarkt enorm toeneernt.
Een ander voordeel is dat een wereldwijd net de mogelijkheid
biedt gebruik te maken van het grote potentieel aan
duurzame energiebronnen in zuidelijke landen en verafgelegen
gebieden. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan
grootschalige waterkracht- en zonnecentrales in bijvoerbeeld
Latijns-Amerika of Afrika, windenergieparken in windruke
gebieden of geothermische energie van IJsland. Hierdoor
kan het aandeel van duurzame energiebronnen aan de elektriciteitsvoorziening,
dat in de wereld nu ongeveer 18 % is, aanzienlijk worden
uitgebreid. Het aantrekkelijke hiervan is dat de rol
van fossiele brandstoffen kan warden beperkt, wat onder
andere leidt tot een reductie van de uitstoot van broeikasgassen.
Naast een economisch voordeel zorgt de aanleg van een
wereldwijd hoogspanningsnet dus ook voor een vermindering
van de milieubelasting.
Volgens Meisen betekent de keuze voor een elektriciteitsnet
op wereldschaal niet dat alle aandacht op het gebied
van duurzame energie voortaan alleen nog moet uitgaan
naar grootschalige projecten. Ook voor de huidige, kleinschalige
duurzame-energieprojecten, ziet hij een rol weggelegd.
Het tempo waarin duurzame energie zich tot nu toe ontwikkelt,
vindt hij echter veel te laag om aan de toenemende mondiale
energiebehoefte te voldoen. Hij stelt dan ook dat het
groeitempe met een factor 10 tot 100 moet worden verhoogd.
Verhoging levensstandaard
Voor zuidelijke landen heeft het wereldwijde elektriciteitsnet
verschillende voordelen. In de eerste plaats geeft het
zicht op een elektriciteitsvoorziening voor de ruim
twee miljard mensen die nu zonder elektriciteit leven.
Dat biedt een garantie op een verbetering van de levensstandaard.
Een betrouwbare energievoorziening maakt immers educatie,
een goede gezondheidszorg, een betrouwbare voedselopslag
en watervoorziening mogelijk, waardoor bijvoorbeeld
de kindersterfte in deze landen zal afnemen en de Ievensverwachting
van de bevolking stijst. Als er minder kinderen sterven,
zal ook het aantal geboorten afnemen, aangezien minder
kinderen geboren hoeven te worden om de ouders te verzekeren
van zorg tijdens hun oude dag, zo redeneert Meisen.
Een ander voordeel is dat een goede energievoorziening
de noodzaak voor de bevolking wegneemt om hout te kappen
voor verwarming en de bereiding van voedsel. De ontbossing,
bodemerosie en woestijnvorming zullen hierdoor verminderen.
Een heel duidelijk voordeel is natuurlijk dat de verkoop
van duurzaam opgtwekte energie een belangrijke inkomstenbron
is voor de zuidelijke landen. Dat geeft deze landen
de kans hun positie op de wereldhandelsmarkt te versterken
en zich verder te ontwikkelen.
Internationaje eamenwerking
De realisatie van een mondiaal energienet vraagt om
internationale samenwerking. Deze samenwerking en de
voordelen die het net heeft voor verschillende regio's,
zowel economisch als op het gebied van het milieu, zullen
volgens Meisen leiden tot net verminderen van politieke
verschiilen en spanningen. Verder verwacht hij dat de
technische kennis, de hulpbronnen en de 'denkkracht'
die hiervoor nodig zijn, de oriëntatie van de economieën
zal veranderen van militair/industrieel naar sociaal/maatschappelijk.
Meisen stelt dat de keuze voor een duurzame energievoorziening
voor India, China en Zuid-Oost Azië van essentieel
belang is voor de toekomst van de aarde. Hier woont
immers ongeveer de helft van de wereldbevolking en als
de elektriciteit voor deze mensen wordt opgewekt met
fossiele brandstoffen zal dat leiden tot onaanvaardbart
uitstoot van onder meer C02. Vanuit dat oogpunt ziet
de United Nations Environmental Program (UNEP) het wereldwijde
energienet, dat het mogelijk maakt duurzaam opgewekte
elektriciteit naar regio's met een grote energievraag
te transporteren, dan ook als één van de belangrijkste
opties om duurzame ontwikkeling en bescherming van het
milieu te realiseren.
|